Leeswijzer

Wat is de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)?

1. De CSRD in het kort

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht bedrijven om transparante en gedetailleerde informatie te rapporteren over milieu-, sociale, en governance-aspecten (ESG). Hoewel de CSRD primair is gericht op bedrijven, speelt de publieke sector een cruciale rol in het ondersteunen, monitoren en soms zelf implementeren van de richtlijn. Denk aan overheidsorganisaties die duurzaamheid in hun aanbestedingsbeleid opnemen. CSRD voor overheden betekent daarom niet alleen naleving, maar ook het stimuleren van duurzaam beleid binnen de publieke sector.

Schema met alle componenten van de CSRD voor overheden, inclusief wetgeving, ESG-raamwerk en ESRS-standaarden.

2. Het doel en het nut van de CSRD voor overheden

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) heeft als doel om duurzaamheid centraal te stellen binnen de economie door bedrijven te verplichten transparant te rapporteren over hun milieu-, sociale en governance-impact (ESG). Dit heeft grote gevolgen voor zowel bedrijven als overheden.

De CSRD heeft de volgende kern-doelen:

  • Duurzame investeringen stimuleren – Door financiële middelen te sturen naar duurzame businessmodellen en investeringen.
  • Transparantie vergroten – Door bedrijven te verplichten te rapporteren over de negatieve impact van hun economische activiteiten.
  • Gelijke rapportagestandaarden invoeren – Zodat duurzaamheidsinformatie vergelijkbaar en betrouwbaar wordt voor investeerders, beleidsmakers en burgers.

Het belang van de CSRD voor overheden

Hoewel de CSRD primair gericht is op bedrijven, speelt de publieke sector een cruciale rol bij de implementatie en naleving van de richtlijn. Overheden moeten niet alleen toezien op de uitvoering, maar ook zélf actief bijdragen aan een duurzamere economie.

  • Voorbeeldrol vervullen – Overheden moeten het goede voorbeeld geven door duurzaamheid in hun eigen beleid en rapportages op te nemen.
  • Wettelijke en toezichthoudende taak – Door CSRD-eisen op te nemen in nationale wetgeving en toezicht te houden op naleving.
  • Advies en ondersteuning bieden – Gemeenten, provincies en andere overheidsinstanties kunnen bedrijven begeleiden bij de implementatie van CSRD-eisen.
  • Sturing geven aan duurzaam beleid – Overheden kunnen duurzame keuzes bevorderen via subsidies, regelgeving en aanbestedingen.
  • Goede ketenpartner zijn – Overheidsinstanties zijn vaak onderdeel van de toeleveringsketen van bedrijven en worden gevraagd om duurzaamheidsdata aan te leveren.

De CSRD voor overheden betekent dus méér dan alleen naleving; het is een kans om actief bij te dragen aan een transparantere en duurzamere economie.

3. De rol van overheden in de bredere CSRD-context

Diagram van het wet- en regelgevingsnetwerk rond de CSRD voor overheden.

De CSRD maakt deel uit van een bredere Europese inspanning om duurzaamheid transparanter en beter meetbaar te maken. In deze context fungeert de richtlijn als een verbindend element tussen bestaande wet- en regelgeving, zoals:

  • De EU-taxonomie – Definieert welke economische activiteiten als duurzaam worden beschouwd en biedt een kader voor zowel bedrijven als beleidsmakers.
  • De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) – Richt zich op transparantie binnen de financiële sector en verplicht instellingen om te rapporteren over de impact van hun beleggingsbeslissingen op duurzaamheid.

Hoewel de CSRD primair gericht is op bedrijven, ontstaat er een wisselwerking met de publieke sector. Overheden spelen een indirecte rol bij de implementatie en naleving, bijvoorbeeld via nationale wetgeving, toezicht en beleidsmaatregelen. Daarnaast worden zij steeds vaker gevraagd om duurzaamheidsgegevens te verstrekken aan rapportageplichtige bedrijven.

Het is belangrijk om te benadrukken dat deze rol van overheden binnen de CSRD nog niet wettelijk is vastgelegd. De manier waarop overheden invulling geven aan hun positie binnen dit kader, zal zich de komende jaren verder ontwikkelen.

Schema met daarin de samenhang van de EU Green Deal, het Akkoord van Parijs, en andere wetgeving.

4. Betrokken organisaties bij CSRD voor overheden

  • Indirecte betrokkenheid van overheden: Hoewel overheden vaak niet rechtstreeks rapportageplichtig zijn, moeten zij de naleving van de CSRD mogelijk maken door wetgeving en toezicht. Bijvoorbeeld via nationale wetten en controlemechanismen. Daarnaast zijn overheden vaak onderdeel van de keten van rapportageverplichtige bedrijven, en worden zij gevraagd data aan te leveren.
  • Verplichtingen bij staatsbedrijven: Voor publieke instellingen zoals staatsbedrijven (bijvoorbeeld energiebedrijven of infrastructuurorganisaties) geldt de CSRD rechtstreeks.

5. Het belang van de CSRD voor overheden

  • Duurzaam beleid als katalysator: Overheden hebben de unieke mogelijkheid om duurzaamheidseisen te verankeren in subsidies, wetgeving en overheidsopdrachten. Dit helpt bedrijven om aan CSRD-vereisten te voldoen.
  • Voorbeeldfunctie: Publieke instellingen spelen een sleutelrol in het tonen van leiderschap door zelf transparant te zijn over duurzaamheid en impact.

6. De juridische basis van de CSRD

  • De CSRD is een EU-richtlijn en is juridisch bindend voor lidstaten. Het geeft specifieke richtlijnen over implementatie en rapportage, zoals vastgelegd in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS)​.
  • De CSRD ondersteunt andere initiatieven zoals de Taxonomieverordening en de EU Green Deal, wat impact heeft op beleidsterreinen zoals infrastructuur en energie.

7. Hoe werkt de CSRD in de praktijk?

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de kernprincipes en vereisten van de CSRD. Het biedt een stappenplan dat duidelijk maakt hoe de CSRD is opgebouwd, wat er verwacht wordt, en hoe verschillende stappen en thema’s met elkaar samenhangen. Deze samenvatting helpt overheden om snel inzicht te krijgen in hoe de CSRD werkt en waar specifieke onderwerpen thuishoren binnen de totale context.

7.1 Belangrijkste pijlers van de CSRD

Om de werking van de CSRD te begrijpen, is het handig om te kijken naar de belangrijkste pijlers:

7.1.1 De ESRS (European Sustainability Reporting Standards)

  • De ESRS zijn gedetailleerde duurzaamheidsrapportage standaarden en vormen de kern van de rapportagevereisten. Ze zijn ingedeeld in:
    • Algemene normen (ESRS 1 & ESRS 2): Basisvereisten, zoals materialiteit en verslagleggingsgrenzen.
    • Thema-specifieke normen (E, S, G): Milieu, sociaal en governance (zoals klimaat, biodiversiteit, en sociale impact).
    • Sectorspecifieke normen (ESRS 3): Vereisten voor specifieke sectoren (bijvoorbeeld energie of transport).
  • Belangrijk voor overheden: Hoewel ESRS primair op bedrijven gericht is, zijn deze standaarden een nuttig kader om duurzaamheidsrapportages van overheden te structureren (het creëren van duurzaamheidsstrategieën).

7.1.2 Assurance en transparantie

  • De CSRD vereist dat duurzaamheidsrapportages worden geverifieerd door een onafhankelijke externe accountancy partij (assurantie). Dit verhoogt de betrouwbaarheid van de rapporten.
  • Belangrijk voor overheden: Transparante en betrouwbare rapportages helpen publieke instellingen om vertrouwen te winnen bij burgers en andere stakeholders.

7.2 Stappen richting CSRD compliance

De CSRD hanteert een logisch proces dat organisaties moeten doorlopen om compliant te zijn. Onderstaand stappenplan vat dit proces samen:

7.2.1 Dubbele materialiteitsanalyse

  • Bepaal materiële ESG-thema’s via impact- en financiële materialiteit.
  • Betrek stakeholders en documenteer de analyse conform CSRD.

7.2.2 De vier stappen van de dubbele materialiteitsanalyse

  • Definiëren

    • Context bepalen en analyses uitvoeren.
  • Identificeren
    • Inventariseren mogelijk materiële organisatie-specifieke duurzaamheidsonderwerpen.
  • Beoordelen
    • Impacts, risico’s en kansen in kaart brengen en beoordelen.
  • Prioriteren
    • Shortlist van onderwerpen visualiseren in een materialiteitsmatrix

7.2.3 Toepassen van de ESRS-vereisten

  • Identificeer relevante ESRS-standaarden en zorg voor naleving.
  • Integreer transparantie, KPI’s en governance in processen.

7.2.4 Gap-analyse voor CSRD voor overheden

  • Vergelijk huidige duurzaamheidsmaatregelen met CSRD-vereisten.
  • Breng tekorten in kaart en bepaal verbeteracties.

7.2.5 Dataverzameling en -beheer

  • Verzamel ESG-data uit de organisatie en waardeketen.
  • Zorg voor nauwkeurige, geautomatiseerde en gestandaardiseerde dataverwerking.

7.2.6 Actieplan ontwikkelen met CSRD voor overheden

  • Stel een roadmap op met prioriteiten, deadlines en verantwoordelijkheden.
  • Definieer KPI’s en zorg voor draagvlak binnen de organisatie.

7.2.7 Duurzaamheidsstrategie integreren

  • Veranker duurzaamheid in bedrijfsstrategie, risicobeheer en financiële planning.
  • Stem af met stakeholders en sectorale richtlijnen.

7.2.8 Rapportage opstellen en publiceren

  • Volg ESRS-vereisten voor een transparant en gestructureerd rapport.
  • Zorg voor toegankelijkheid, bijvoorbeeld via digitale publicatie en dashboards.

7.2.9 Assurance en audit

  • Laat de rapportage verifiëren door een onafhankelijke partij.
  • Verbeter datakwaliteit en compliance via samenwerking met auditors.

7.2.10 Afstemmen op andere standaarden

  • Harmoniseer rapportage met GRI, ISSB en TNFD.
  • Integreer sectorale KPI’s en EU-beleid voor consistentie.

7.2.11 Continue verbetering en aanpassing

  • Monitor prestaties, evalueer rapportages en implementeer verbeteringen.
  • Blijf up-to-date met nieuwe regelgeving en trends.

7.3 Hoe werkt de CSRD in de praktijk voor overheidsorganisaties?

  • Interne toepassing:
    Overheden kunnen de CSRD gebruiken om hun eigen duurzaamheidsbeleid te verbeteren, bijvoorbeeld door rapportages te integreren in beleidsplannen of jaarverslagen.
  • Externe toepassing:
    Publieke instellingen moeten bedrijven ondersteunen in hun compliance, bijvoorbeeld door:
    • Regelgeving en toezicht: Ontwikkel duidelijke wetten en richtlijnen.
    • Begeleiding: Zorg voor bewustwordingscampagnes, informatieplatforms of subsidiekaders.
    • Voorwaarden stellen: Integreer CSRD-gerelateerde eisen in aanbestedingen of subsidies.
    • Data aanleveren: Bedrijven die rapportageplichtig zijn, moeten data verzamelen vanuit hun hele keten. Daarom kunnen zij aankloppen met dataverzoeken en vragen bij overheden.

7.4 Belangrijkste deadlines

  • 2024: Eerste rapportageplicht voor grote bedrijven (boekjaar 2023).
  • 2025: Rapportageplicht voor overige grote bedrijven (boekjaar 2024).
  • 2026: Rapportageplicht voor beursgenoteerde MKB’s (boekjaar 2025).

8. Uitgebreid stappenplan voor CSRD voor overheden

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de kernprincipes en vereisten van de CSRD. Het biedt een stappenplan dat duidelijk maakt hoe de CSRD is opgebouwd, wat er verwacht wordt, en hoe verschillende stappen en thema’s met elkaar samenhangen. Deze samenvatting helpt overheden om snel inzicht te krijgen in hoe de CSRD voor overheden werkt en waar specifieke onderwerpen thuishoren binnen de totale context.

8.1 Dubbele materialiteitsanalyse (DMA)

  • Dubbele materialiteit bestaat uit:
    • Impactmaterialiteit: De impact van een organisatie op mens, milieu en maatschappij (inside-out)
    • Financiële materialiteit: De impact van duurzaamheidstrends op een organisatie (outside-in)
  • Belangrijk voor overheden: Overheden moeten niet alleen kijken naar de financiële impact van duurzaamheidskwesties, maar ook naar de bredere maatschappelijke gevolgen van hun beleid en activiteiten.
Schema over dubbele materialiteit binnen CSRD voor overheden, met impact tussen organisaties en mens & milieu.

Een dubbele materiaaliteitsanalyse (DMA) helpt organisaties om duurzaamheidssystemen en -prestaties in kaart te brengen door zowel de interne als externe impact van de organisatie te beoordelen. De analyse volgt een systematisch proces dat kan worden opgesplitst in de volgende stappen:

De 4 stappen van de dubbele materialiteitsanalyse, een essentieel onderdeel van de CSRD voor overheden.

8.1.1 Definiëren

  • Inventariseren van de huidige stand van zaken
    Begin met het plannen van een afspraak met je duurzaamheidsafdeling en verzamel relevante informatie over de duurzaamheidsinitiatieven die je organisatie tot nu toe heeft genomen. Het is ook waardevol om samen te werken met de financiële afdeling, aangezien de CSRD voorschrijft dat duurzaamheidsprestaties en risico’s op dezelfde manier moeten worden behandeld als financiële gegevens. Het combineren van deze informatie zorgt voor een holistisch overzicht van de duurzaamheidsimpact en financiële materialiteit.
  • Organisatorische grenzen van de organisatie bepalen
    Bepaal de scope van de organisatie door het vaststellen van de verschillende organisatorische eenheden en de operationele grenzen. Dit kan inhouden dat je de aard van de organisatie, de omvang van de activiteiten en de operationele grenzen onderzoekt.
  • Waardenketenanalyse uitvoeren
    De waardeketenanalyse is een essentieel onderdeel van de DMA, aangezien het de activiteiten, hulpbronnen en relaties van de organisatie in kaart brengt, van de initiële productontwikkeling tot het einde van de levenscyclus van producten en diensten. Hierbij wordt gekeken naar zowel upstream- als downstream-actoren:
  • Upstream: Betreft de leveranciers die de organisatie voorzien van de benodigde goederen en diensten voor de ontwikkeling van haar producten.
  • Downstream: Betreft de klanten en andere partijen die de producten of diensten ontvangen, gebruiken, verwerken of recyclen (bijvoorbeeld distributeurs, consumenten en afvalverwerkers).

Het is belangrijk om niet alleen de eerste-tier leveranciers in kaart te brengen, maar ook de tweede en derde lagen binnen de waardeketen. Daarbij moet ook gekeken worden naar de manier waarop de producten aan het einde van hun levensduur worden verwerkt en hoe ze bijdragen aan afvalbeheer. Vergeet niet om een duidelijk overzicht te geven van de context van de waardeketen, inclusief de grootte, sector, geografische spreiding en operationele processen van de organisatie.

  • Stakeholderanalyse uitvoeren
    In de stakeholderanalyse identificeer je de groepen of individuen wiens belangen direct worden beïnvloed door de activiteiten van de organisatie. Dit kunnen interne of externe stakeholders zijn die significant invloed uitoefenen op of afhankelijk zijn van de organisatie. Sommige actoren binnen de waardeketen kunnen ook belangrijke stakeholders zijn. Het is belangrijk om de betrokkenheid met stakeholders te documenteren, inclusief:
    • De belangrijkste stakeholders van de organisatie
    • De mate van betrokkenheid van verschillende stakeholders
    • Het doel van deze betrokkenheid
    • Hoe de feedback van stakeholders wordt geïntegreerd in de besluitvorming van de organisatie
  • Projectteam opzetten
    Een effectief projectteam is cruciaal voor het succes van de dubbele materialiteitsanalyse. Het team bestaat uit interne stakeholders die cruciaal zijn voor het verzamelen van informatie, het uitvoeren van de analyse en het ontwikkelen van strategieën. Dit kan onder andere vertegenwoordigers zijn van de afdelingen financiën, inkoop, beleid, duurzaamheid, HR en IT. Afhankelijk van de organisatie kunnen specifieke interne stakeholders, zoals docenten in een onderwijsinstelling, ook deel uitmaken van het team.

8.1.2 Identificeren

  • Impact- en financiële materialiteit
    De dubbele materialiteit, zoals gedefinieerd in de CSRD, verwijst naar het proces van het evalueren van zowel de impact van de organisatie op mens, milieu en samenleving (inside-out), als de invloed van duurzaamheidstrends op de organisatie zelf (outside-in). Bij het uitvoeren van de dubbele materialiteitsanalyse worden twee hoofdgebieden geanalyseerd:
  • Impactmaterialiteit: Dit betreft de invloed die de activiteiten van de organisatie hebben op mens, milieu en samenleving, zowel op korte als lange termijn. Hierbij worden risico’s en kansen vanuit een inside-out perspectief in kaart gebracht, zoals de invloed van de bedrijfsactiviteiten op klimaatverandering, biodiversiteit of sociale rechtvaardigheid.
  • Financiële materialiteit: Dit richt zich op de duurzaamheidsprestaties die de financiële positie of prestaties van de organisatie kunnen beïnvloeden. Risico’s zoals veranderende wetgeving, klimaatrisico’s of marktfluctuaties moeten worden gerapporteerd, vooral als ze van invloed zijn op investeerders en andere financiële stakeholders.

De dubbele materialiteitsanalyse helpt bij het identificeren van de relevantste duurzaamheidsthema’s, die vervolgens kunnen worden vertaald naar beleidsmaatregelen en strategieën, en dienen als basis voor de verplichte rapportageverplichtingen.

  • Voorlopige longlist van duurzaamheidsthema’s
    De ESRS (European Sustainability Reporting Standards) biedt een generieke lijst van duurzaamheidsonderwerpen die moeten worden geëvalueerd op impact- en financiële materialiteit. Daarnaast kunnen organisatie-specifieke thema’s van belang zijn. Door de bevindingen van de inventarisatie (definiëren) en feedback van stakeholders, stel je een voorlopige longlist samen van de relevantste duurzaamheidsonderwerpen voor jouw organisatie.

8.1.3 Beoordelen

In deze stap worden de impact, risico’s en kansen per duurzaamheidsthema geanalyseerd. Het doel is om te bepalen welke thema’s de grootste invloed hebben op mens, milieu en de financiële positie van de organisatie. Hierbij wordt gekeken naar de ernst en waarschijnlijkheid van negatieve en positieve impact, met behulp van de volgende beoordelingsfactoren:

  • Schaal: De intensiteit van de impact.
  • Reikwijdte: Het bereik van de impact (bijvoorbeeld het aantal mensen dat wordt getroffen).
  • Onomkeerbaarheid: De mogelijkheid om de situatie te herstellen bij negatieve impact.
  • Waarschijnlijkheid: Hoe groot de kans is dat een risico of kans zich voordoet.
  • Financiële impact: Hoe sterk een risico of kans de financiële resultaten kan beïnvloeden.

De thema’s worden beoordeeld aan de hand van zowel primaire data (zoals stakeholdergesprekken of leveranciersinformatie) als secundaire data (bijvoorbeeld sectorgemiddelden en proxydata), indien directe informatie niet beschikbaar is.

 

8.1.4 Prioriteren

Na het beoordelen van de duurzaamheidsthema’s wordt een materialiteitsmatrix opgesteld, waarin de thema’s worden gerangschikt op basis van hun relatieve belang. Het helpt bij het prioriteren van duurzaamheidsthema’s door de impactmaterialiteit en financiële materialiteit te visualiseren. Thema’s worden geplot op een matrix met twee assen:

  1. De y-as: Impactmaterialiteit, gemeten op basis van schaal, reikwijdte en onomkeerbaarheid.
  2. De x-as: Financiële materialiteit, bepaald door waarschijnlijkheid en financiële impact.

Toepassing van de matrix:

  • Thema’s in het rechterbovenkwadrant zijn zowel significant voor externe stakeholders als strategisch belangrijk voor de organisatie en verdienen daarom prioriteit.
  • Op basis van deze matrix kan een shortlist worden opgesteld van de meest materiële duurzaamheidsonderwerpen. Deze shortlist ondersteunt beslissingen over beleidsmaatregelen, acties en middelenverdeling. Dit vormt de basis voor het afronden van de materiële analyse.
Voorbeeld van een dubbele materialiteitsmatrix.

8.2 De European Sustainability Reporting Standards

De ESRS vormen de basis voor de duurzaamheidsrapportage onder de CSRD. Ze zijn bedoeld om de transparantie en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsinformatie te verbeteren. De ESRS zijn opgedeeld in drie hoofdcomponenten:

  • ESRS 1: Algemene vereisten – Dit is het kader waarin alle bedrijven moeten rapporteren volgens de CSRD. Het bevat algemene richtlijnen over wat, hoe en wanneer te rapporteren.
  • ESRS 2: Openbaarmakingsvereisten – Hierin staan de specifieke eisen over welke informatie over duurzaamheid bedrijven moeten openbaar maken, zoals strategie, governance en de gevolgen van duurzaamheidsrisico’s.
  • Thematische normen (E, S, G) – Deze normen gaan in op de drie pijlers van duurzaamheid: Environmental (milieu), Social (sociaal), en Governance (bestuur). Ze geven bedrijven gedetailleerde richtlijnen over hoe ze over deze gebieden moeten rapporteren.

De ESRS zijn dus de gedetailleerde richtlijnen die bedrijven volgen om te voldoen aan de CSRD-vereisten.

8.2.1 Algemene vereisten: ESRS 1

ESRS 2 beschrijft wat er minimaal gerapporteerd moet worden, en bevat drie belangrijke onderdelen:

  • Governance: Dit betreft de manier waarop de organisatie haar duurzaamheidsstrategie ontwikkelt en implementeert. Dit gaat zowel over de governance-structuur als over hoe verantwoordelijkheden voor duurzaamheid zijn toegewezen.
  • Strategie: Hierin wordt de langetermijnvisie van de organisatie op duurzaamheid uiteengezet, met daarin de doelen en de manier waarop de organisatie risico’s en kansen rondom duurzaamheid aanpakt.
  • Impact/risico’s/kansen: Bedrijven moeten laten zien hoe hun activiteiten de samenleving en het milieu beïnvloeden. Daarnaast moeten ze aangeven welke duurzaamheidsrisico’s zij ondervinden, en welke kansen ze zien om duurzaamheid te bevorderen.

8.2.2 Algemene openbaarmakingsvereisten: ESRS 2

ESRS 2 beschrijft wat er minimaal gerapporteerd moet worden, en bevat drie belangrijke onderdelen:

  • Governance: Dit betreft de manier waarop de organisatie haar duurzaamheidsstrategie ontwikkelt en implementeert. Dit gaat zowel over de governance-structuur als over hoe verantwoordelijkheden voor duurzaamheid zijn toegewezen.
  • Strategie: Hierin wordt de langetermijnvisie van de organisatie op duurzaamheid uiteengezet, met daarin de doelen en de manier waarop de organisatie risico’s en kansen rondom duurzaamheid aanpakt.
  • Impact/risico’s/kansen: Bedrijven moeten laten zien hoe hun activiteiten de samenleving en het milieu beïnvloeden. Daarnaast moeten ze aangeven welke duurzaamheidsrisico’s zij ondervinden, en welke kansen ze zien om duurzaamheid te bevorderen.

8.2.3 Sector-specifieke materialiteit (ESRS 3)

Invloed van sector-specifieke normen op de materialiteitsanalyse

De CSRD en de bijbehorende ESRS benadrukken de noodzaak om sector-specifieke normen te hanteren bij het uitvoeren van de dubbele materialiteitsanalyse. Deze normen kunnen per sector verschillen en beïnvloeden de manier waarop duurzaamheidsthema’s worden geïdentificeerd en geprioriteerd. Het is essentieel dat organisaties rekening houden met de specifieke risico’s en kansen die voor hun sector relevant zijn.

8.3 Thema-specifieke ESG-normen binnen CSRD voor overheden

De thema-specifieke normen binnen de ESRS zijn onderverdeeld in drie categorieën:

  • E (Environmental): Deze normen gaan over milieu-impact, zoals de uitstoot van broeikasgassen, watergebruik, en biodiversiteit. Het doel is bedrijven te verplichten verantwoordelijkheid te nemen voor hun milieu-impact en deze transparant te rapporteren.
  • S (Social): Deze normen behandelen de sociale impact van een organisatie, zoals arbeidsomstandigheden, mensenrechten en gemeenschapsimpact.
  • G (Governance): Dit heeft betrekking op de manier waarop organisaties worden bestuurd, waaronder transparantie, ethiek, en de rol van leidinggevenden in duurzame besluitvorming.
Overzicht van alle ESRS-standaarden binnen de CSRD voor overheden, onderverdeeld in milieu (E), sociaal (S) en governance (G).

8.3.1 Milieu (E)

De milieunormen richten zich op de impact van een organisatie op het klimaat, natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen.

Klimaatverandering (E1)

Bedrijven moeten rapporteren over:

  • Broeikasgasemissies: Scope 1 (directe emissies), Scope 2 (indirecte emissies door energieverbruik) en Scope 3 (indirecte emissies in de waardeketen).
  • Fysieke risico’s: Impact van klimaatverandering op bedrijfsactiviteiten, zoals extreme weersomstandigheden en stijgende temperaturen.
  • Transitierisico’s: Financiële en operationele risico’s van de overgang naar een koolstofarme economie.
  • Strategieën en doelstellingen: Actieplannen om emissies te reduceren, in lijn met internationale klimaatdoelen zoals het Parijs Akkoord.
Verontreiniging (E2)

Deze norm vereist transparantie over de vervuiling die een bedrijf veroorzaakt en de inspanningen om deze te verminderen.

  • Uitstoot naar lucht, water en bodem: Denk aan chemische lozingen, fijnstof, stikstof en andere schadelijke stoffen.
  • Beheersmaatregelen: Strategieën om vervuiling te beperken, zoals filtertechnologieën, alternatieve productieprocessen en emissiereductieprogramma’s.
Water en mariene hulpbronnen (E3)

Rapportage over hoe een bedrijf omgaat met watergebruik en de bescherming van waterbronnen.

  • Waterverbruik en -efficiëntie: Maatregelen om waterverbruik te reduceren en hergebruik te stimuleren.
  • Impact op mariene ecosystemen: Bijvoorbeeld afvalwaterlozingen en de effecten op biodiversiteit in wateren.
Biodiversiteit en ecosystemen (E4)

Organisaties moeten inzicht geven in hoe hun activiteiten biodiversiteit beïnvloeden.

  • Verlies aan biodiversiteit: Bijvoorbeeld ontbossing, vernietiging van habitats en monocultuur.
  • Maatregelen ter bescherming van ecosystemen: Zoals herbebossing, natuurbescherming en samenwerking met milieuorganisaties.
Grondstoffengebruik en circulaire economie (E5)

Deze norm richt zich op duurzaam gebruik van materialen en afvalbeheer.

  • Grondstoffengebruik: Efficiëntie in het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de overstap naar hernieuwbare materialen.
  • Afvalbeheer: Hoe bedrijven hun afval reduceren, hergebruiken of recyclen.
  • Circulariteit: Overgang naar circulaire businessmodellen, zoals product-as-a-service en modulair ontwerp.

8.3.2 Sociaal (S)

Deze normen behandelen de impact van een bedrijf op mensen, zowel intern (werknemers) als extern (gemeenschappen, leveranciers en consumenten).

Eigen personeel (S1)

Rapportage over arbeidsomstandigheden en welzijn van werknemers.

  • Diversiteit en inclusie: Gendergelijkheid, etnische diversiteit en gelijke kansen.
  • Arbeidsvoorwaarden: Beloning, contractvormen en secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • Gezondheid en veiligheid: Preventiemaatregelen, ziekteverzuim en psychosociale risico’s.
Werknemers in de waardeketen (S2)

Bedrijven moeten transparant zijn over hoe ze arbeidsrechten waarborgen binnen hun supply chain.

  • Arbeidsomstandigheden bij leveranciers: Kinderarbeid, gedwongen arbeid en leefbare lonen.
  • Duurzame inkoop: Samenwerking met leveranciers om sociale en ecologische standaarden te verbeteren.
Getroffen gemeenschappen (S3)

De impact van bedrijfsactiviteiten op lokale gemeenschappen en hoe bedrijven hiermee omgaan.

  • Maatschappelijke betrokkenheid: Bijvoorbeeld sponsoring, educatieprogramma’s of infrastructuurprojecten.
  • Nadelen voor gemeenschappen: Denk aan onteigening, milieuvervuiling of impact op inheemse bevolkingsgroepen.
Consumenten en eindgebruikers (S4)

Hoe een bedrijf de rechten en belangen van consumenten beschermt.

  • Productveiligheid: Garanderen dat producten en diensten geen schadelijke effecten hebben.
  • Transparantie: Eerlijke marketing en duidelijke productinformatie.
  • Data-ethiek: Bescherming van klantgegevens en privacy.

8.3.3 Bedrijfsvoering (G)

Governance-normen hebben betrekking op bestuurlijke structuren, ethisch ondernemerschap en naleving van wet- en regelgeving.

Zakelijk gedrag (G1)
  • Bestuurlijke structuur: Verantwoordelijkheden binnen het management en de raad van bestuur.
  • Ethisch ondernemen: Anticorruptiemaatregelen, naleving van wetten en ethische bedrijfspraktijken.
  • Risicomanagement: Hoe duurzaamheid wordt geïntegreerd in bedrijfsbeslissingen.

8.3.4 Sector-specifieke normen

Naast de algemene normen van de ESRS, zijn er ook sector-specifieke normen die extra richtlijnen bieden voor bepaalde industrieën. Deze normen helpen organisaties om te voldoen aan de specifieke duurzaamheidsvereisten die uniek zijn voor hun sector, zoals bijvoorbeeld de energie-, landbouw-, of transportsector. Deze sector-specifieke normen geven meer gedetailleerde vereisten voor dataverzameling en rapportage die specifiek zijn voor de impact van die sector op milieu, sociale kwesties en governance.

 

8.4 Gap-analyse uitvoeren voor de CSRD voor overheden

8.4.1 Wat is een gap-analyse?

Een gap-analyse is een essentieel onderdeel van het CSRD-complianceproces. Het helpt om te identificeren welke vereisten van de ESRS nog niet worden nageleefd binnen de organisatie, en welke stappen er nodig zijn om de vereiste duurzaamheidsprestaties te behalen. Dit proces helpt organisaties om te begrijpen waar ze momenteel staan, en wat er nodig is om volledig te voldoen aan de CSRD.

8.4.2 Hoe voer je een gap-analyse uit?

Bij het uitvoeren van een gap-analyse wordt de huidige situatie van de organisatie vergeleken met de vereisten van de ESRS. Dit kan door middel van het evalueren van de gegevens, processen en rapportagesystemen van de organisatie aan de hand van de CSRD-standaarden.

8.4.2  Actiepunten definiëren

Na het identificeren van de gap(s), is het belangrijk om concrete actiepunten te definiëren. Dit kunnen bijvoorbeeld procesverbeteringen zijn, het aanpassen van systemen, of het inwinnen van extra gegevens. De actiepunten moeten praktisch en haalbaar zijn, met duidelijke verantwoordelijkheden en deadlines.

8.4.3 Interne controlemechanismen voor rapportagekwaliteit

Het implementeren van interne controlemechanismen zoals interne audits, data-validatie en kwaliteitsborging is essentieel om de betrouwbaarheid van de rapportage te waarborgen. Dit helpt om fouten te voorkomen en zorgt ervoor dat de gerapporteerde informatie voldoet aan de hoge standaarden die de CSRD vereist.

8.5 Dataverzameling en -beheer voor CSRD voor overheden

Welke data is nodig voor CSRD-rapportage? Voor de CSRD-rapportage is het belangrijk om de juiste gegevens te verzamelen. De EFRAG IG 3 List of ESRS Data Points geeft een gedetailleerd overzicht van de soorten gegevens die bedrijven moeten verzamelen, waaronder zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens over milieu-, sociale en governance-kwesties. Dit omvat bijvoorbeeld gegevens over de uitstoot van broeikasgassen, de arbeidssituatie van medewerkers, en het ethisch gedrag van bestuurders.

8.5.1 Dataverzamelingsmethoden

  • Intern: Binnen de organisatie moeten systemen en processen aanwezig zijn om de benodigde gegevens te verzamelen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van software-oplossingen voor rapportage, data-analysesystemen en handmatige verzameling van gegevens uit verschillende afdelingen.
  • Extern: Ook gegevens van externe partners en leveranciers zijn van belang, bijvoorbeeld om de impact van de gehele waardeketen te meten, zoals Scope 3-emissies (indirecte uitstoot) of sociale impact in de toeleveringsketen.

8.5.2 Specifieke uitdagingen in de waardeketen

Een van de grootste uitdagingen is het verzamelen van gegevens uit de waardeketen, vooral wanneer het gaat om indirecte emissies en sociale impact. Het kan moeilijk zijn om de volledige impact van de activiteiten van een organisatie te meten als de informatie van leveranciers of partners niet beschikbaar is. Er is steeds meer aandacht voor het beheer van Scope 3-emissies en het verkrijgen van transparantie over de duurzaamheidsprestaties van derden.

8.5.3 Nieuwe technologieën voor duurzaamheidsdata

Nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie (AI)blockchain en big data-analyse, bieden bedrijven steeds meer mogelijkheden om hun duurzaamheidsdata nauwkeurig te verzamelen, te beheren en te analyseren. Deze technologieën helpen bij het verbeteren van de traceerbaarheid van gegevens, wat cruciaal is voor een betrouwbare en transparante rapportage.

8.6 Ontwikkel een actieplan aan de hand van de CSRD voor overheden

8.6.1 Waarom een actieplan?

Een actieplan is belangrijk om systematisch en gestructureerd te werken aan CSRD-compliance. Het helpt de organisatie om prioriteiten te stellen, verantwoordelijkheden toe te wijzen en de voortgang te volgen. Het actieplan vormt de basis voor het behalen van de compliance-doelen.

8.6.2 Stappen in een actieplan

Een effectief actieplan bevat de volgende stappen:

  • Prioriteiten stellen: Welke acties hebben de hoogste prioriteit om te voldoen aan de ESRS?
  • Deadlines instellen: Wanneer moeten de acties zijn afgerond?
  • Verantwoordelijkheden toewijzen: Wie binnen de organisatie is verantwoordelijk voor welke acties?

8.6.3 Langetermijnstrategieën voor CSRD-compliance

CSRD-compliance is een continu proces. Langetermijnstrategieën omvatten het regelmatig herzien van de duurzaamheidsstrategie en rapportageprocessen om deze steeds verder te verbeteren en aan te passen aan nieuwe regelgeving of technologische ontwikkelingen. Dit zorgt voor voortdurende groei en versterking van de duurzaamheidsrapportages van de organisatie.

8.7 Duurzaamheidsstrategie opstellen met de CSRD voor overheden

Een effectieve duurzaamheidsstrategie begint bij een grondige analyse van materialiteit en de integratie hiervan in de bedrijfsdoelstellingen. Dit hoofdstuk beschrijft hoe organisaties een langetermijnvisie kunnen ontwikkelen die voldoet aan de CSRD-vereisten en hoe sectorale richtlijnen hierin een rol spelen.

8.7.1 Integreren van materialiteit in de strategie

De materialiteitsanalyse vormt de basis voor een strategische benadering van duurzaamheid. De koppeling tussen materialiteitsuitkomsten en bedrijfsdoelstellingen zorgt ervoor dat duurzaamheidsinitiatieven direct bijdragen aan de kernactiviteiten van de organisatie. Dit omvat:

  • Het vaststellen van prioritaire ESG-thema’s op basis van dubbele materialiteit.
  • Het vertalen van materiële duurzaamheidsthema’s naar concrete beleidsmaatregelen.
  • Het verankeren van duurzaamheid in de bedrijfsstrategie en besluitvormingsprocessen.

8.7.2 Langetermijnplanning

De CSRD stimuleert organisaties om duurzaamheid niet als een eenmalige inspanning te beschouwen, maar als een continu verbeterproces. Belangrijke aspecten van een langetermijnstrategie zijn:

  • Het ontwikkelen van meetbare duurzaamheidsdoelstellingen (KPI’s).
  • Het borgen van duurzaamheid in financiële planning en risicobeheer.
  • Het benutten van rapportage als een middel om transparantie en vertrouwen bij stakeholders te vergroten.

8.7.3 Sectorale duurzaamheidsstrategieën (ESRS 3)

Naast algemene duurzaamheidsvereisten legt de CSRD via de ESRS ook sectorspecifieke verplichtingen op. Organisaties moeten:

  • Inzicht krijgen in de specifieke duurzaamheidsrisico’s en -kansen binnen hun sector.
  • Sectorale benchmarks en best practices analyseren.
  • Strategische aanpassingen maken om te voldoen aan sectorspecifieke rapportage-eisen.

8.8 CSRD-rapportage voor overheden opstellen: waar je rekening mee moet houden

Het opstellen van een CSRD-conform duurzaamheidsrapport vereist een gestructureerde aanpak. Dit hoofdstuk behandelt de vorm, inhoud en publicatievereisten van een effectief en transparant verslag.

8.8.1 Vorm en inhoud van het CSRD-Rapport

Een goed gestructureerd rapport bevat:

  • Een managementsamenvatting met kerninzichten.
  • Uitleg over de gebruikte methodologieën en materialiteitsanalyse.
  • ESG-thema’s, beleidsdoelstellingen en bijbehorende KPI’s.
  • Risico- en impactanalyse op basis van dubbele materialiteit.
  • Toelichting op governance, stakeholderbetrokkenheid en naleving van ESRS-vereisten.

8.8.2 Format en publicatie

De CSRD stelt eisen aan de toegankelijkheid van rapportages. Organisaties dienen:

  • Te kiezen voor digitale rapportage, bij voorkeur in machineleesbaar formaat (XHTML, Inline XBRL).
  • Een papieren versie beschikbaar te stellen indien relevant voor stakeholders.
  • Te zorgen voor naleving van de Europese transparantievereisten.

8.8.3 Transparantie en gebruiksvriendelijkheid verbeteren

Een duurzaamheidsrapport moet niet alleen volledig, maar ook begrijpelijk en toegankelijk zijn. Dit kan worden bereikt door:

  • Heldere taal en visuele ondersteuning (grafieken, infographics).
  • Gebruik van interactieve rapportageformaten.
  • Consistente structuur, waarbij ESRS-richtlijnen logisch worden toegepast.

8.9 Assurance en audit

Externe verificatie is een belangrijk element binnen de CSRD om de betrouwbaarheid van duurzaamheidsrapportages te waarborgen.

8.9.1 Belang van een assurance

Assurance verhoogt de geloofwaardigheid van duurzaamheidsrapportages door onafhankelijke validatie van gerapporteerde gegevens en methodologieën. Dit draagt bij aan:

  • Transparantie en vertrouwen bij stakeholders.
  • Risicobeheersing en compliance met wettelijke eisen.
  • Verbetering van interne processen en gegevenskwaliteit.

8.9.2 Assurancevereisten onder de CSRD

De CSRD verplicht organisaties om bepaalde onderdelen van hun rapportage te laten verifiëren door een externe accountant of auditor. Dit omvat onder meer:

  • Materialiteitsanalyse en impactbeoordeling.
  • ESG-KPI’s en financiële duurzaamheidsrisico’s.
  • Governance- en risicobeheersystemen.

8.9.3 De rol van assurance providers en auditoren

Het kiezen van de juiste assurance provider is cruciaal. Organisaties moeten:

  • Een erkende auditor selecteren die voldoet aan de CSRD-standaarden.
  • Een passende mate van assurance (beperkt of redelijk) afstemmen op hun rapportagebehoeften.
  • Proactief samenwerken met auditors om de kwaliteit van rapportages te optimaliseren.

8.10 Interoperabiliteit met andere standaarden

De CSRD sluit aan bij internationale duurzaamheidsstandaarden, waardoor organisaties hun rapportage kunnen afstemmen op andere kaders.

8.10.1 Koppeling met GRI, ISSB en TNFD

  • GRI (Global Reporting Initiative): Gericht op impactgericht rapporteren voor alle stakeholders.
  • ISSB (International Sustainability Standards Board): Financiële materialiteit en beleggersgerichte rapportage.
  • TNFD (Taskforce on Nature-related Financial Disclosures): Risico’s en kansen gerelateerd aan biodiversiteit en natuur.

Organisaties kunnen synergieën benutten door data en methodologieën te harmoniseren.

8.10.2 Sectorspecifieke interoperabiliteit

Binnen bepaalde sectoren gelden aanvullende duurzaamheidsvereisten. Organisaties moeten:

  • ESRS-normen afstemmen op sectorspecifieke GRI- en ISSB-richtlijnen.
  • Sectorale KPI’s en benchmarks integreren in hun rapportage.
  • Consistente rapportagemethoden ontwikkelen om compliance en vergelijkbaarheid te bevorderen.

8.11 Blijven verbeteren en up-to-date blijven

Duurzaamheidsrapportage is een continu proces dat vraagt om aanpassing en verbetering.

8.11.1 Geleerde lessen uit het proces

  • Analyse van eerdere rapportages om verbeterpunten te identificeren.
  • Implementatie van stakeholderfeedback voor meer relevante en impactvolle rapportage.
  • Benchmarking met toonaangevende organisaties binnen de sector.

8.11.2 Aanpassing aan nieuwe regelgeving

De CSRD en ESRS worden periodiek herzien. Organisaties moeten:

  • Regelmatige updates over wet- en regelgeving monitoren.
  • Interne rapportageprocessen flexibel houden voor aanpassingen.
  • Actieve dialoog voeren met toezichthouders en brancheorganisaties.

8.11.3 Vooruitkijken naar aanvullende EU-regelgeving

Naast de CSRD worden aanvullende EU-regels verwacht op gebieden zoals:

  • Circulariteit en circulaire economie: Nieuwe eisen rondom grondstoffengebruik en recycling.
  • Duurzaamheidsclaims: Striktere richtlijnen voor groene marketing en productlabels.
  • Sociale duurzaamheid: Mogelijke uitbreiding van CSRD naar bredere sociale indicatoren.

Door vooruit te kijken en proactief in te spelen op regelgeving, kunnen organisaties een voorsprong nemen en duurzaamheid strategisch verankeren. CSRD voor overheden biedt daarbij een kader om beleid te versterken en een voorbeeldrol in de transitie naar een duurzamere economie te vervullen.